“We zijn dolgelukkig, maar het ‘gouden randje’ is eraf”

Het verlof van Karlijn zat er net een week of twee op. Zij maakte zich klaar om naar haar werk te gaan, terwijl Roger (haar man) Fiene voor de tweede of de derde keer naar de gastouder bracht. Nietsvermoedend - maar alsof ze wist dat er iets zou gebeuren - maakte Karlijn nog even contact met haar dochter. Zij lag in de Maxi-Cosi en tuurde met haar lieve kleine kijkers door het raam naar binnen. Voor de laatste keer keken zij elkaar recht in de ogen.

 

“Enkele uren later was ik een verslag over een kind aan het tikken. Ik weet z’n naam zelfs nog”, vertelt Karlijn, werkzaam als intern begeleidster in het basisonderwijs. “Ik hoorde iemand op het raam kloppen en draaide om. Daar zag ik een collega van me, samen met een agent en een ambulancebroeder. Ik maakte een grapje, maar hun blik bleef onveranderd serieus. Toen ze zeiden dat ze voor mij kwamen, zat mijn hart meteen in m’n keel.”

 

Overdonderd

Ze mochten nog niet zeggen wat er aan de hand was, maar haar wereld verging al. Karlijn belde Roger en ging met de ambulance mee naar het ziekenhuis. Sirenes aan, dwars door tuinen, door rode stoplichten; alles aan de kant. “Toen we aankwamen, werden we ontvangen in de familiekamer. Daar ontmoetten we de kinderarts en die liep met ons naar Fiene.” Hij bleef rustig, het was een fijne man. Karlijn en Roger passeerden allerlei mensen, maar wisten nog altijd van niks. Aan het einde van de lang gang lag Fiene. “Er stond een heel groot bed met daarop een heel klein hummeltje. De arts keek op de monitor en zei tegen zijn collega’s: “stop er maar mee…” Ik denk dat hij ons wilde laten zien dat zij er alles aan gedaan hadden om haar te redden.” Maar het is hen niet gelukt om haar in leven te houden. Fiene werd niet ouder dan drie maanden en twee dagen.

 

Karlijn en Roger konden het niet geloven. Ze was kerngezond. Hoe kon dit nu gebeuren? “We waren overdonderd en hadden het gevoel dat we in een slechte film beland waren. Daarna hebben we alles in een opwelling gedaan. Onderzoeken? Jazeker, we móesten weten hoe Fiene kon overlijden. Een dag later kwam ze uit het ziekenhuis… en wat doe je dan? We kozen ervoor om haar op te baren in een soort herdenkingshuis, waar alleen wij twee mochten komen. Daar konden we haar knuffelen en vasthouden. Er stonden kaarsjes en er speelde een muziekje. Later hebben we ons afgevraagd of we het goed hebben gedaan. Ik twijfelde daarover, maar Roger zei dan dat het zo oké was. Op dat moment was dit het beste. We waren immers aan het overleven. Letterlijk. Ik ben in drie dagen zowat tien kilo kwijt geraakt.”

 

Na het afscheid maakte ‘de slechte film’ plaats voor ‘een hel’. Ze waren vanaf toen echt met z’n tweeën. Papa en mama zonder kind. Ze zijn gaan vluchten. Naar het huis van een vriend van hen in Zeeland, waar ze anoniem waren. En in de zomer gingen ze naar Curaçao. “Het klinkt kil, maar we wilden mensen ontwijken.”

 

Een nieuwe klap

Ondanks het grote gemis was het duo een sterke twee-eenheid. Zij begrepen elkaar en ze deelden hetzelfde verdriet. “Tot op het bot”, benadrukt Karlijn. “Dat voelde krachtig. Daarnaast zijn we allebei van nature positief. Ik ging binnen de kortste keren weer op kraamvisite bij twee vriendinnen. Het was heel heftig, maar ik moest daar gewoon zijn. Zij waren hoogzwanger toen Fiene overleed.”

 

Karlijn en Roger waren zelf ook al snel weer in verwachting, maar lang mochten ze daar niet van genieten. Na een week of tien kregen ze een miskraam. Heftige maanden braken aan. Zij konden amper rouwen om de afgebroken zwangerschap, want ze waren nog volop met Fiene bezig. De wereld die al op z’n kop stond, werd nog eens rondgedraaid. “We zochten afleiding om weer eens te kunnen lachen - ook al voelden we ons daar dan weer schuldig over - bij PSV of tijdens weekendjes weg met vrienden. Daarnaast gingen we naar een psycholoog en hadden we veel contact met de pastoor. Niet omdat we heel gelovig zijn, maar hij hielp ons enorm. En weet je wat nog het aller-fijnste was? Slapen. Dan beleefden we een droom, geen nachtmerrie.”

 

Een nieuw jaar

Het jaar 2009 was het meest verschrikkelijke jaar voor Karlijn en Roger. Daarom besloten de twee positivo’s, want dat zijn ze echt, dat 2010 velen malen beter moest worden. Terwijl juist zij weten dat niets vanzelfsprekend is. “Op 1 januari, heel symbolisch, deed ik een nieuwe test en wat bleek? Ik was opnieuw zwanger. We werden weer papa en mama!” Verdriet, blijdschap en angst wisselden elkaar af. Ze misten Fiene, maar konden weer heel veel liefde geven aan Pleun. Hun tweede dochter. Later volgden Tijn en Saar. “Zo hebben we er drie om voor te zorgen en vier om van te houden. Al kan ik de kids ook af en toe achter het behang plakken”, knipoogt ze.

 

“We zijn oprecht dolgelukkig nu, maar het gouden randje is er niet. We leven niet meer zo onbevangen als we deden. Daar staat tegenover dat we wel intenser kunnen genieten van de kleine dingen. Bijvoorbeeld van een optreden, van een hockeywedstrijd of simpelweg van een opmerking van één van de kinderen. Roger zegt vaak: Fiene is mijn grootste levensles. En zo is het ook.”

 

Volg je gevoel

De manier waarop de twee in het leven staan, is bewonderenswaardig, allerminst vanzelfsprekend, maar volgens Karlijn wel broodnodig. “Houd vertrouwen en blijf positief. Je moet risico’s nemen. Ga de strijd aan. Voor je kind. Want als je dat niet doet, komt er ook niets moois. Natuurlijk heeft het veel tijd nodig en kost het bergen energie, maar je hoeft het niet alleen te doen. Wij hebben ook professionele begeleiding gehad, veel aan lotgenoten te danken en we hebben samen een modus gevonden. Mede op advies van de pastoor gaven we elkaar ruimte, omdat mannen en vrouwen eenmaal anders rouwen. En het meest belangrijke is: doe geen dingen omdat ze ‘moeten’ of omdat anderen iets van je verwachten. Volg je gevoel.”

Meer verhalen

Stichting Wiegedood gebruikt cookies voor het analyseren van bezoekersgedrag.